RaboResearch 08-5-2017

Crowdfunding: van grote ‘crowd’ tot besloten marktplaats

– Ongeveer drie kwart van het in Nederland via crowdfunding opgehaalde bedrag heeft de vorm van een lening
– Banken zijn steeds vaker actief op het gebied van crowdfunding. De mogelijkheid bestaat dat zowel de bank als de crowdfunders intekenen op dezelfde lening
– Het toezichtskader is afhankelijk van de financieringsvorm
– De selectiecriteria en mate van risicobeheersing en transparantie verschillen per platform
– Wij verwachten een aanhoudende groei van crowdfunding en een toenemend belang van risicobeheersing

Inleiding
De afgelopen jaren zijn alternatieve vormen van MKB-financiering sterk gegroeid. Dat geldt zowel voor traditionele alternatieven zoals leasing en factoring als voor nieuwere vormen zoals crowdfunding. En hoewel het grootste deel van de MKB-financiering nog altijd met bancair krediet wordt ingevuld, neemt de diversiteit van het financieringslandschap toe, zo schreven wij vorig jaar. Crowdfunding is een verzamelnaam voor alle financieringsvormen waarbij een grote groep geldgevers gezamenlijk geld inlegt om een project of onderneming te financieren. Dit gebeurt meestal via een online platform waar geldvragers en geldgevers samenkomen: een crowdfundingplatform. Crowdfunding omvat een veelvoud aan financieringsvormen en trekt sterk uiteenlopende soorten geldvragers en geldgevers aan. En ook banken houden zich steeds vaker op een of andere wijze bezig met crowdfunding. Deze Special geeft een overzicht van de verschillende financieringsvormen, de spelers, motieven, risico’s en kansen.

Soorten crowdfunding en ontwikkeling
Crowdfunding is sinds de introductie ervan sterk gegroeid in Nederland (figuur 1). In 2016 is 170 miljoen opgehaald waarvan ruim 140 miljoen door bedrijven. Nederland staat hiermee op de vierde plek in Europa. Als we kijken hoeveel er per inwoner wordt bijgedragen aan crowdfunding, dan staat Nederland op de zesde plek in Europa (figuur 2).

Er zijn verschillende vormen van crowdfunding. Bij sommige vormen is de financiële tegenprestatie van onderschikt belang. Geldgevers doneren dan niet om eraan te verdienen, maar omdat ze zich verbonden voelen met het project of doel dat de aanvrager nastreeft. Donatie-crowdfunding (donation-based crowdfunding) is hier een voorbeeld van. Bij deze vorm van crowdfunding ontvangen mensen geen tegenprestatie voor het geld dat ze schenken. Bij voorverkoop- of beloning-crowdfunding (reward-based crowdfunding) ontvangen de geldgevers wel een beloning, maar deze heeft niet per se de waarde van het bedrag dat is ingelegd. De geldvrager bepaalt wat de beloning is. Vaak ontvangen de geldschieters het product dat ze geholpen hebben te ondersteunen, maar het kan ook iets anders zijn. De crowdfundingsactie voor een melktap is een combinatie van donatie-crowdfunding en beloning-crowdfunding. Een klein bedrag wordt als een donatie gezien; bij grotere bedragen staat er een beloning tegenover.

Daarnaast zijn er twee vormen van crowdfunding waarbij de financiële tegenprestatie wel een belangrijke reden is voor de geldgevers om te investeren. Bij crowdfunding via leningen (loan-based crowdfunding) verstrekt het publiek een lening aan een bedrijf of particulier. De ontvanger van het geld betaalt de uitleners hun ingelegde bedrag terug, inclusief rente. De crowdfundingsactie van restaurant Syr is hier een voorbeeld van. Bij crowdfunding via aandelen (equity-based crowdfunding) ontvangt de investeerder voor het ingelegde geld aandelen van het bedrijf. Daarmee is de investeerder mede-eigenaar en ontvangt hij dividend zodra de onderneming winst maakt. Daarnaast kan een bedrijf ook een converteerbare lening uitgeven. Dat is een lening die op enig moment kan worden omgezet in aandelen.

Ongeveer drie kwart van het in Nederland via crowdfunding opgehaalde bedrag heeft de vorm van een lening (figuur 3). Het grootste deel van dit bedrag ging naar ondernemers; slechts 4 miljoen bestond uit consumentenleningen, volgens crowdfundingadviesbureau Douw en Koren (2017). In het Verenigd Koninkrijk, Europees koploper op het gebied van crowdfunding, worden veel meer leningen aan consumenten verstrekt. Gemiddeld lenen Britten ruim negentien euro per persoon uit aan consumentenleningen via crowdfunding (figuur 4). Ook zijn er in het Verenigd Koninkrijk andere vormen van crowdfunding. Invoice trading, bijvoorbeeld, is het verkopen van openstaande facturen door ondernemers via crowdfunding.

In Nederland zijn degenen die geld uitlenen via crowdfunding doorgaans particulieren. De term ‘Marketplace lending’ is een nieuwere term en wordt in de VS en het VK gebruikt om aan te geven dat de investeerders ook grotere particuliere of institutionele beleggers kunnen zijn.

Waarom crowdfunding? Motivatie van bedrijven, particulieren en banken
Er is een aantal redenen om via crowdfunding geld op te halen voor een project. Een voordeel van crowdfunding is dat geldvragers zelf de voorwaarden kunnen bepalen. Zo beslissen ze zelf welke financieringsvorm ze gebruiken en wat de tegenprestatie zal zijn. Daarnaast kan crowdfunding ook worden gebruikt om een groter financieringsbedrag op te halen. Wanneer bij een financier niet voldoende geld voor een project kan worden geleend, kan het ‘stapelen’ van financieringsvormen er wellicht voor zorgen dat een bedrijf of consument wel het benodigde financieringsbedrag op kan halen.

Ook kunnen bedrijven met crowdfunding testen of een plan aanslaat bij het publiek. Als veel consumenten willen investeren, dan betekent dit dat ze enthousiast zijn en dat er een markt is voor het plan. Betrokken investeerders kunnen daarnaast ook fungeren als ambassadeur. Als zij hun enthousiasme voor het project of product met hun omgeving delen, kan dat zorgen voor meer bekendheid van het product.

Tenslotte kan crowdfunding ook worden ingezet om draagvlak te creëren, bijvoorbeeld voor maatschappelijke projecten. Een voorbeeld hiervan is de crowdfundingsactie van Nuon om een zonnepark te financieren. Doordat (onder anderen) omwonenden een financieel belang kunnen hebben bij het park, hoopt Nuon dat er meer draagvlak voor is (Nuon nieuwsbericht, 2017).

Er zijn ook redenen waarom sommige bedrijven juist voorzichtig zijn met het aantrekken van geld via crowdfunding. Het delen van vertrouwelijke informatie kan daarvoor een reden zijn. Het projectplan openbaar maken zorgt er bijvoorbeeld voor dat ook concurrenten kunnen zien wat het bedrijf van plan is. En mocht de crowdfundingsactie mislukken, dan is de omgeving van de ondernemer daarvan op de hoogte. Daarnaast kost het tijd om een crowdfundingscampagne op te zetten. Er moet namelijk een plan worden gemaakt dat investeerders enthousiast maakt. Een onderbelicht aspect van crowdfunding is dat ondernemers vaak niet weten waar het geld dat ze lenen vandaan komt. Alleen platforms met een AFM-vergunning zijn verplicht om een screening van investeerders en hun investeringen te houden. Zonder screening loopt de ondernemer het risico dat investeerders het project gebruiken om geld wit te wassen. En dat kan reputatieschade veroorzaken.

Geldgevers
Geldgevers die geld uitlenen via crowdfunding kunnen hiervoor zowel financiële als niet-financiële motieven hebben. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) spreekt ook wel van ‘rendementszoekers’ versus ‘feel-good-investeerders’ (AFM, 2016).

Door de lage rente op spaargeld gaan sommigen op zoek naar alternatieven die een hoger financieel rendement bieden, van beleggen tot crowdfunding. Het financiële rendement speel vooral een rol bij leningen en aandelen. Mensen die geld verstrekken via crowdfunding moeten dit geld dan wel voor langere tijd kunnen missen; in tegenstelling tot opvraagbaar spaargeld of verhandelbare aandelen is het meestal niet mogelijk om het uitgeleende bedrag snel weer in handen te krijgen als de nood aan de man is. Ook moeten zij tijd investeren in het doornemen van projectplannen en het spreiden van de portefeuille. De mate waarin de crowdfunder al een relatie heeft met de ondernemer of het project speelt een rol in hoe snel hij zijn investeringsbeslissing neemt. Wanneer er sprake is van een sterke relatie dan wordt de beslissing om geld in te leggen in de meeste gevallen binnen vijftien minuten genomen, volgens de enquête van CrowdfundingHub (2016). Wanneer er nog geen relatie is, dan besteedt de meerderheid hier tussen de 15-60 minuten aan en iets meer dan 20 procent trekt hier meer dan een uur voor uit.

Daarnaast zijn er geldverstrekkers die niet alleen kijken naar het financiële rendement maar ook naar het maatschappelijke rendement. Dat is niet alleen het geval bij donaties; ook bij leningen en aandelen vindt minimaal de helft van de beleggers de maatschappelijke impact belangrijk of zeer belangrijk, volgens de enquête van CrowdfundingHub (2016). Zo kon het Admiraal de Ruiter ziekenhuis via crowdfunding ruim 10 miljoen euro lenen om de sluiting van de locatie in Vlissingen te voorkomen (ZIB Crowdfunding).

Institutionele beleggers
Ook institutionele beleggers zoals pensioenfondsen, verzekeraars en grote vermogensbeheerders zijn op zoek naar manieren om een hoger rendement te behalen. In Nederland zijn institutionele beleggers voor zover bekend niet actief op crowdfundingplatforms, maar in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk spelen zij een grote rol.

In de VS komt de bulk van via crowdfunding uitgeleend geld van institutionele beleggers, volgens consultant Deloitte. Ook in het VK stijgt het aandeel van institutionele beleggers sterk: Deloitte schat in dat in het VK ruim 30 procent van de inleg in de platforms Funding Circle, Zopa en RateSetter afkomstig is van institutionele beleggers (Deloitte, 2016). Deze cijfers zijn van april 2015 en mogelijk is het aandeel van institutionele beleggers inmiddels nog verder gegroeid. Dat geld is deels afkomstig van Amerikaanse beleggers. Zo heeft de Amerikaanse asset manager Waterfall bekend gemaakt 100 miljoen pond te gaan uitlenen via het Britse platform Lendable (Business Insider, 2017).

Institutionele beleggers beheren grote vermogens en het selecteren van individuele leningen is daarom te bewerkelijk. Britse en Amerikaanse platforms hebben vaak een geautomatiseerde tool waarbij de inleg van de geldgever automatisch wordt verdeeld over leningen die aan de wensen van de belegger voldoen. Nederlandse platforms gaan uit van de financieringsbehoefte van geldvragers en niet van de investeringsbehoefte van grote beleggers. Nederlandse institutionele beleggers investeren wel in MKB-leningen maar doen dat via andere routes, zoals MKB-fondsen of de Nederlandse Investeringsinstelling (NLII). Hierover schreven wij in onze Special van vorig jaar (RaboResearch, 2016a).

Banken
Loan-based crowdfunding concurreert met banken. Een bank die een ondernemer doorverwijst naar een crowdfundingplatform loopt in principe inkomsten mis; een bank verdient niets aan een lening die door een andere partij wordt verstrekt. Toch kan het voor banken interessant zijn om het combineren of ‘stapelen’ van financieringsvormen aan te moedigen. Een startende ondernemer die via crowdfunding zijn afnemers vooruit laat betalen (reward based) kan zo aantonen dat er een markt bestaat voor het product of de dienst, waarmee het mogelijk gemakkelijker is om een lening te krijgen bij de bank.

Een aantal banken heeft een eigen crowdfundingplatform of heeft hier in het verleden mee geëxperimenteerd. Via een eigen platform kunnen banken wél aan de verstrekte financiering verdienen. Daar staat tegenover dat een bank reputatieschade kan lijden als geldvragende ondernemers failliet gaan en de geldverstrekkers een deel van hun inleg verliezen. Dit is een spanningsveld waar iedere bank op een andere manier mee omgaat. Sommige banken zijn mede-eigenaar van een crowdfundingplatform; anderen stimuleren ‘stapelfinanciering’ waarbij de ondernemer een banklening combineert met financiering via een extern crowdfundingplatform. Een stap verder gaat het wanneer zowel de bank als crowdfunders op dezelfde lening intekenen.

ABN Amro was de eerste bank met een eigen crowdfundingplatform, Seeds. ABN Amro stopte hiermee in 2015 nadat twee van de zeven bedrijven failliet waren gegaan (FD, 2015). De bank heeft voor zover bekend geen verdere plannen voor een eigen platform.

ING heeft momenteel een pilot met een crowdfundingplatform in Spanje (ING persbericht, 2015). In Nederland beheert ING samen met de KNVB een (donatie-)platform ‘Crowdfunding voor amateurvoetbalverenigingen’.

Triodos nam in 2016 een belang van 15 procent in het platform Duurzaaminvesteren.nl (Triodos persbericht, 2016).

ASN beheert samen met Oneplanetcrowd het platform Voor de Wereld van Morgen maar geeft duidelijk aan dat de bank inhoudelijk geen partij is. De projecten zijn dus niet beoordeeld volgens bancaire kredietmaatstaven of door de bank gefinancierd (zie VDWM). Mensen die een project willen steunen, worden doorverwezen naar de website van de geldvrager.

Rabobank kiest met het platform Rabo&Co voor het tegenovergestelde: op dit platform staan alleen leningen van ondernemingen die volgens bancaire kredietmaatstaven zijn beoordeeld en waar de bank medefinancier is. Via het platform kunnen vermogende klanten van de bank die aan bepaalde voorwaarden voldoen inschrijven op de lening. Vanwege het besloten karakter en de minimale inleg van 100.000 euro valt dit initiatief mogelijk eerder onder de noemer ‘Marketplace Lending’ dan onder het traditionele crowdfunding. De bank behoudt minstens 51 procent van de lening, tegen dezelfde zekerheden. Bij betalingsproblemen loopt dus zowel de bank als de klant risico op niet-volledige terugbetaling (Rabobank persbericht, 2016).

Knab kiest met Knab Crowdfunding wel voor financiering met kleinere bedragen. Collin Crowdfund beoordeelt de leningaanvragen. Wel verstrekt Knab minimaal 10 procent van de door de onderneming gevraagde financiering. De bank deelt dus in het risico, zij het in mindere mate. Ook bij Knab kunnen alleen de eigen klanten investeren via het platform.

Regelgeving crowdfundingplatforms
De regelgeving is sterk afhankelijk van de aard van het type crowdfunding, de hoogte van het bedrag dat een onderneming aantrekt, het aantal deelnemers en de hoogte van de inleg van een individuele geldgever. Crowdfundingplatforms die uitsluitend actief zijn op het gebied van donaties of voorverkoop hebben geen vergunning of ontheffing van de AFM nodig voor deze activiteit, omdat er geen sprake is van een financiële tegenprestatie. Bij leningen of uitgifte van effecten kan wel sprake zijn van een ontheffings- of vergunningsplicht, die afhankelijk is van de aangeboden financieringsvorm (AFM – Vergunning crowdfunding). Tabel 3 is een vereenvoudigde weergave.

Afhankelijk van de manier waarop het platform de transacties afwikkelt, kan er nog sprake zijn van een additionele vergunningsplicht, die wij in dit artikel buiten beschouwing laten.

Op het moment van schrijven hebben 45 crowdfundingplatforms een ontheffing voor bemiddeling in het aantrekken van opvorderbare gelden. Zeven crowdfundingplatforms hebben een vergunning voor het aanbieden van consumptief en/of hypothecair krediet en vijf kredietunies hebben een vergunning als beleggingsonderneming (AFM Register). Platforms met een ontheffing moeten wel voldoen aan een aantal vereisten die bijvoorbeeld toezien op integere en beheerste bedrijfsvoering.

De AFM heeft voor de platforms die een ontheffing hebben ook een maximum investeringsbedrag per consument per platform vastgesteld. Die investeringsgrens is een maximum van 40.000 euro per consument per platform bij effecten en 80.000 euro per platform voor leningen. Ook moeten deze platforms bij iedere nieuwe consument die er gaat investeren een crowdfunding-investeerderstoets afnemen en is het platform verplicht om de consument de eerste werkdag na de investering te vragen deze keuze actief te bevestigen dan wel te ontbinden (AFM Nieuwsbrief). Ook voor de ondernemer geldt een maximum, wil hij niet vergunningsplichtig worden als hij geld vraagt via een platform dat een ontheffing heeft: het totale bedrag dat over een periode van twaalf maanden mag worden aangetrokken of ter beschikking mag worden verkregen, mag dan niet hoger zijn dan 2,5 miljoen euro (Ministerie van Financiën, 2016).

Daarnaast geldt bij aandelen of obligaties dat de partij die de effecten uitgeeft bij iedere emissie een prospectus[1] moet opstellen waarin de uitgevende partij en de voorwaarden van de emissie zijn beschreven, tenzij er sprake is van een vrijstelling[2].

Vooruitzichten: kansen en bedreigingen
Wij zien kansen voor een verdere groei van crowdfunding. Deze groei is mede afhankelijk van de manier waarop de platforms omgaan met risicobeheersing.

Kansen
De aanhoudend lage rente op spaargeld is een kans voor crowdfunding. Geldgevers die het vooral om het hogere rendement te doen is, hebben echter ook andere opties, zoals beleggen in beursgenoteerde effecten of fondsen of het kopen en verhuren van een tweede woning.

Ook het zwaardere bankentoezicht biedt kansen aan crowdfunding. Banken moeten namelijk steeds meer kapitaal aanhouden voor de leningen die zij verstrekken (RaboResearch, 2016b). Deze kapitaaleisen zijn kostenverhogend voor banken en dat kan voor hen een prikkel zijn om hun balans te verkorten (zie ook RaboResearch, 2012). Het combineren van bancaire financiering met alternatieve financieringsvormen zoals crowdfunding kan dan een manier zijn om de financieringsbehoefte van ondernemers toch in te vullen.

Risico’s
Het succes van een crowdfundingplatform is sterk afhankelijk van de mate waarin de geldvragers in staat zijn om de beloofde vergoeding of tegenprestatie te leveren. In vergelijking met andere financieringsvormen is geld uitlenen via crowdfunding relatief risicovol. Net als bij andere vormen van directe financiering loopt de geldgever het risico de inleg kwijt te raken. De geldvragers zijn vaak kleine ondernemingen, die hun jaarrekening niet door een accountant hoeven te laten controleren. Micro-ondernemingen kunnen volstaan met een zeer beperkte jaarrekening (Accountant, 2015).

De controle die platforms uitvoeren, is doorgaans beperkt. Veel platforms hanteren wel een vorm van ‘deurbeleid’ en laten niet alle ondernemersplannen toe. Zij vragen de ondernemers om bedrijfsinformatie te verstrekken en kunnen eisen stellen aan het bedrag, het doel, de bedrijfstak, de hoogte van de eigen inbreng en een minimale of maximale looptijd. De beoordelingscriteria verschillen sterk per platform. Crowdfundingportal Fundipal geeft een overzicht van crowdfundingplatforms voor bedrijfsfinanciering in Nederland. Bij ieder platform staat op deze site een overzicht van de informatie die de ondernemer moet aanleveren en de minimumvereisten. Zo laat Collin Crowdfund in principe geen ondernemers toe met een BKR-registratie, terwijl Oneplanetcrowd eisen stelt aan de aflossingscapaciteit. Bij Rabo&Co worden alleen leningen aangeboden die volgens bancaire kredietnormen zijn beoordeeld. Maar er zijn ook platforms die geen enkele selectie toepassen, zoals het voorverkoopplatform Indiegogo.

Behalve selectie vooraf kunnen platforms ook voorzieningen treffen om achteraf de schade te beperken als de geldvrager toch in gebreke blijft. Zo heeft het Britse platform RateSetter een ‘stroppenpot’ waarmee geldgevers kunnen worden gecompenseerd voor verwachte kredietverliezen (RateSetter). Tot nu toe is deze stroppenpot toereikend, maar bij hogere dan verwachte verliezen hoeft dat niet het geval te zijn. Het kredietrisico is dus maar gedeeltelijk afgedekt.

Vlak na het ophalen van geld kunnen de meeste bedrijven goed aan hun betalingsverplichtingen voldoen, vooral als zij meer geld hebben aangetrokken dan zij direct nodig hebben. Of zij ook de gehele lening kunnen terugbetalen, blijkt pas op langere termijn. Problemen kunnen zich voordoen bij zowel geldvragende bedrijven als bij de platforms zelf. Voorbeelden zijn het faillissement van VacuMedical in 2016 (RTLZ, 2016) en onrechtmatigheden bij het Zweedse crowdfundingbedrijf Trustbuddy in 2015 (RTL Nieuws, 2015).

Geldgevers zijn niet altijd even alert op de risico’s, mede vanwege het lage bedrag. De AFM stelt dat een aanzienlijke groep consumenten de risico’s van crowdfunding onderschat. Uit onderzoek onder circa 900 beleggers blijkt namelijk dat 38 procent van de respondenten crowdfunding minder risicovol vindt dan investeren in een beleggingsfonds en 51 procent crowdfunding ziet als minder risicovol dan investeren in aandelen uit de AEX (AFM, 2016). In de praktijk lijkt crowdfunding echter het meest vergelijkbaar met investeren in individuele aandelen en dus risicovoller dan investeren in een fonds; bij crowdfunding moet de investeerder namelijk zelf zorgen voor spreiding in de portefeuille. Bovendien gaat het bij crowdfunding vaak om kleine bedrijven en startups die mogelijk meer risico in zich dragen dan investeringen in beursgenoteerde bedrijven.

Onverwachte faillissementen of incidenten kunnen het imago van platforms beschadigen en geldgevers kopschuw maken. Het is daarom in het belang van de crowdfundingsector om zo transparant mogelijk te zijn over de risico’s. De Crowdfunding Index, een nieuw initiatief van crowdfundingvergelijkingssite Fundipal, probeert daarom beter inzicht te geven in de prestaties van platforms. Op het moment van schrijven zijn tien platforms in deze index opgenomen. Uit de index is op te maken dat slechts een handjevol platforms een risicoclassificatie of kredietscore vermeldt[3] of een indicatie geeft van het daadwerkelijk behaalde rendement. De gemiddelde rendementen van deze platforms, rekening houdend met kredietverliezen, variëren van 3,7 tot 5,8 procent.

De AFM vindt dat platforms meer inzage moeten geven in de risico’s en houdt de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Zij heeft aangekondigd dat het dit voorjaar zal vaststellen of de crowdfundingplatforms voldoende stappen hebben gezet om een realistisch beeld te geven van de risico’s en de zorgvuldige presentatie daarvan (AFM Nieuws, December 2016).

Conclusie
Crowdfunding omvat een breed scala aan financieringsvormen, geldgevers en geldvragers. Het verstrekken van leningen door banken samen met andere financiers kan een extra stimulans zijn voor verdere groei van crowdfunding in Nederland.

Een belangrijke uitdaging voor platforms is het beheersen van het kredietrisico. Dit kan zowel door adequate selectie ‘aan de poort’ als door een voorziening in het leven te roepen om geldgevers te compenseren.