Rabobank gebruikt geld van rijke klanten voor kredietverlening

Rabobank gaat zakelijke kredieten verstrekken die deels rechtstreeks gefinancierd zijn door vermogende klanten die op zoek zijn naar meer rendement. Onder de naam Rabo & Co heeft de bank onlangs de eerste leningen verstrekt die niet meer volledig op de eigen balans staan.

Met dit experiment loopt Rabobank vooruit op nieuwe regels van de toezichthouder. Voor gewone bankleningen is steeds meer bufferkapitaal nodig, maar dat geldt niet voor leningen waarvoor de bank alleen bemiddelt.

Market place lending

In de proeffase mogen alleen particulieren met minimaal een miljoen vrij belegbaar vermogen bij Rabo eraan meedoen, vertelt Marcel Gerritsen, die verantwoordelijk is voor het project. Rabo heeft 10.000 van zulke klanten. Doel is dit jaar tien leningen via Rabo & Co te verstrekken.

Voor de grote Rabobank is dat een druppel. Maar bij een positieve evaluatie kan het principe om leningen deels buiten de eigen balans te verstrekken, veel groter worden, schetst Gerritsen. ‘In de VS is vorig jaar bijvoorbeeld $ 50 mrd aan kredieten verstrekt via market place lending.’ Dat is de verzamelnaam van alle initiatieven voor leningen buiten de bankbalans om, van crowdfunding op internet tot grote beleggers die kredietfondsen opzetten.

Minimaal €100.000

Rabo spoort de geïnteresseerde beleggers op in het reguliere contact met de klanten die allemaal bij private banking zitten. Het idee lijkt op crowdfunding, waarbij particulieren zich via internet inschrijven op kredieten. Maar bij Rabo gaat het om veel grotere leningen. Bovendien doet in de proeffase één klant mee per lening, terwijl dat er bij crowdfunding juist heel veel zijn. Het minimale ticket om mee te doen is €100.000. Andere constructies waarbij een belegger bijvoorbeeld zijn inleg kan spreiden over meerdere leningen, overweegt Rabo voor een volgende fase.

De klant krijgt precies dezelfde voorwaarden, rente, onderpand en dergelijke als Rabo voor het andere deel van deze lening. Als de ondernemer bijvoorbeeld een week te laat is met een reguliere aflossing, krijgt de beleggende klant zijn geld ook een week later. ‘Het is samen uit, samen thuis’, zegt Gerritse. De belegger betaalt 1% per jaar aan Rabo voor de dienstverlening.

Ambassadeurs

De eerste klant van Rabo & Co is Dudok, de Rotterdamse brasserie die wil uitbreiden met de aparte banketbakkerspoot. Directeur Aad van der Wel was meteen geïnteresseerd toen hij hoorde van de mogelijkheid om deels via een particulier een krediet te nemen. ‘Zo iemand is dan toch ook ambassadeur van je bedrijf’, zegt hij. Voor ‘gewone’ crowdfunding was het bedrag dat hij nodig had voor een nieuwe bakkerij — ruim een half miljoen — te hoog.

Hoewel het project helemaal nieuw is, stelt Rabo zelf dat het juist teruggrijpt op de wortels van de coöperatieve bank. ‘Wij zijn opgericht door rijke boeren die beginnende boeren een lening gaven’, zegt Gerritse. In zijn ogen wordt een bank steeds meer een bemiddelaar tussen kredietvrager en verschillende geldgevers, waarbij de bank zich kan concentreren op het beoordelen van bedrijfsplannen. ‘Dat is eigenlijk onze kerncompetentie.’

Onzekerheden

Als de proef slaagt, kan het principe worden uitgebreid naar minder rijke klanten. Of, en dat vindt Gerritsen waarschijnlijker, naar grote beleggers zoals pensioenfondsen.

Veel is nog onzeker, onder meer door de zorgplichtregels. Kan de belegger bijvoorbeeld Rabo aanklagen als de ondernemer failliet gaat en hij zijn geld kwijtraakt? Gerritsen zegt daarom veel te overleggen met toezichthouder AFM en DNB.

Onzekerheden horen bij de nieuwe aanpak, zegt Gerritsen. ‘Vroeger zouden we een plan eerst helemaal uitgedacht hebben, dat kost jaren. Nu gaan we het eerst uitproberen.’