De ‘Beltona Boys’ gaan Europa in

De ‘Beltona Boys’ gaan Europa in

INTERVIEW – De vrienden Wim van Leeuwen en Marcel Commers hebben nu ruim een jaar het sportkledingbedrijf Beltona in bezit. Met een compleet nieuwe kledinglijn hebben ze afgerekend met het wat stoffige imago van Beltona en nu willen ze ‘Europa in’. De Beltona Boys zijn niet bang dat zakendoen hun vriendschap schaadt. ,,Vriendschap is juist de basis.’’

Marcel Commers (52) en Wim van Leeuwen (62) kennen elkaar zo’n vijftien jaar. Vrienden zijn het. Zoals dat vaak gaat met mannenvriendschappen begint het met samen een biertje drinken, in hun geval in Voorburg waar Commers een café had. Vervolgens haalde Commers Van Leeuwen naar zijn voetbalclub Wilhelmus en nu zijn ze zelfs al ruim anderhalf jaar zakenpartners: de nieuwe eigenaren van Beltona, producent van sportkleding voor zo’n beetje alle amateurvoetbalclubs in Den Haag en verre omgeving. Maar ook landelijk zetten ze behalve sportkleding alles wat nodig is voor teamsporten af, van doelnetten tot ballen. België is terugveroverd en nu gaan de Beltona Boys Europa in. De uitgifte van tenues voor 35.000 clubleden en een omzet van dit jaar zo’n 3 miljoen euro moet gaan verdubbelen.

Kennen ze de uitdrukking ‘Met vrienden moet je wandelen niet handelen’ over het gevaar van vriendschappen die kapot gaan als er geld bij wordt betrokken? ,,Jawel’’, zegt Commers. ,,Maar wandelen doen we ook samen!’’ vertelt hij luid lachend. ,,Volgende maand gaan we de Vierdaagse weer wandelen. Met een heel clubje van Wilhelmus. Heel gezellig, vooral als het wandelen erop zit.’’ Van Leeuwen: ,,We hebben ook verschillende functies in het bedrijf. Marcel doet het managen en ik ben meer de financiële man. Als je aanvullend bent op elkaar, dan is vriendschap een goede basis.’’ Commers lachend: ,,We zijn nu dik een jaar bezig en houden nog steeds van elkaar.’’

Café Commie
Zelf voetballen is verleden tijd voor de Beltona Boys, hoewel Commers nog een bestuursfunctie heeft bij Wilhelmus. Dat is ook zo’n beetje de enige link met de sportkledingwereld waarin ze terecht zijn gekomen. Het kwam op hun pad. Na een loodgietersbedrijf met showroom voor sanitair en café Commie in Voorburg (het huidige Het Torentje van RTL-politiek verslaggever Frits Wester) hoorde Commers dat de eigenaar van Beltona er mee ging ophouden. ,,Wim en ik wilden toch al iets samen gaan doen’’, zegt Commers. Van Leeuwen was na een carrière als directeur en aandeelhouder van bedrijven toe, zoals dat heet, ‘aan een nieuwe uitdaging’. Ze besloten samen het Beltona avontuur aan te gaan.

,,Het was geen eenvoudige klus’’, zegt Commers. ,,We wisten dat het sportkledingmerk Beltona best een stoffig imago had.’’ Na een reorganisatie in het bedrijf – buiten de twee directieleden bestaande uit tien vaste medewerkers – en een volledig nieuwe kledinglijn richten Commers en Van Leeuwen zich nu op expansie.

,,We zijn begonnen met het aanpassen van alle ontwerpen, stoffen, logo en pasvormen. Vochtregulerende stof, modieus en van goede kwaliteit: de verenigingen worden er heel blij van, ja.’’ Hun eigen club, maar ook VUC in Den Haag en Nieuwerkerk bij Rotterdam spelen in Beltona-shirts en kopen andere accessoires voor voetbal bij ze in. De bestellijsten stromen sinds mei binnen. Volgende maand en in augustus arriveert de kleding uit China waar het wordt gemaakt en begint in Rijswijk het bedrukken met logo, sponsornamen en rugnummers. ,,Dat doen we allemaal hier.’’

Het zaken doen met sportverenigingen vraagt een heel andere benadering dan in de rest van het bedrijfsleven gebruikelijk is. ,,We gaan veel naar clubs en wedstrijden kijken’’, zegt Van Leeuwen. Commers: ,,Het gaat naast kwaliteit leveren heel erg om elkaar kennen. Je hebt op verenigingen te maken met mensen die het werk voor zo’n club allemaal in hun vrije tijd doen. Wij werken ook heel veel ’s avonds en in de weekeinden. Dan zijn we bij die clubs.’’

De concurrentie is landelijk ook nog eens groot, hoewel Beltona zich marktleider mag noemen in de regio en daarbuiten. Het levert aan negentig clubs in binnen- en het nabije buitenland. Van de F’jes tot het eerste elftal. ,,Het voordeel is ook dat wij alles leveren. Niet alleen kleding, maar ook alle andere materialen die nodig zijn bij het voetbal. Schoenen overigens niet. We hebben nu wel een sneaker laten maken. Voor na het voetbal. Die is zwart en kunnen we leveren in zeven verschillende kleuren veters om de clubkleuren erin te brengen.’’

Ontwikkeling
De expansie zit hem dan ook in de rest van Europa. ,,België, waar we al contacten hebben, is een belangrijke groeimarkt voor ons. Maar ook andere landen om ons heen tot Scandinavië, Tsjechië en Roemenië aan toe. De markt voor op maat ontworpen kleding voor verenigingen is daar nog volop in ontwikkeling. De verenigingen daar kijken met bewondering naar de professionaliteit van amateurclubs in Nederland.’’

Voor die uitbreiding naar het buitenland en vanaf volgend jaar ook naar een sport als hockey hebben Commers en Van Leeuwen geld nodig. ,,We kozen voor een eigentijdse vorm van financiering: crowdfunding, via een van de grootste MKB-crowdfundingplatforms van Nederland, Collin Crowdfund. In minder dan vijf dagen hadden we de benodigde 500.000 euro bijeen. Er zijn in totaal 502 investeerders.’’ Die krijgen voor de 5-jarige lening een jaarlijkse vaste rente van 8 procent.

Het is veel geld, maar nog niets vergeleken bij wat je als sportkledingbedrijf mee moet nemen als je grote profclubs aan je wil binden. Op de wat dat betreft naïeve vraag of de Beltona Boys ook grote clubs willen kleden, antwoordt Commers bevestigend. Maar voor die divisie zijn ze nog wat te klein, zegt Van Leeuwen. Commers: ,,Als je een club als PSV wil aankleden, moet je alles gratis leveren en een enorm bedrag betalen om ze te mógen kleden.’’

Toch zijn de heren al stappen aan het zetten buiten de amateurverenigingen. ,,We hebben nu een eerste divisieclub als klant: FC Emmen. Dat is voor ons nog wel betaalbaar. Die club kwam via via bij ons. Het is een voordeel als je veel mensen kent in het circuit. Dat leveren van kleding is enorm belangrijk voor je marketing. Het kledingmerk zien mensen echt, ja. Kijk naar de grote internationale merken die clubs als Barcelona dragen. Onbewust zien mensen het kledingmerk toch. Vooral als het steeds in beeld is op televisie. Daar kan je met reclame echt niet tegenop. Bij FC Emmen zit er voor ons ook wat merchandising in.’’ Een club als ADO Den Haag zou een volgende stap kunnen zijn, zegt Van Leeuwen voorzichtig, maar zijn ogen glimmen bij het idee.

Verrassingen
Hoewel Commers en Van Leeuwen wel iets wisten van de branche voordat ze er aan begonnen, komen ze soms voor verrassingen te staan. ,,In grote lijnen wisten we wel hoe het werkte, maar in de details is het soms toch anders. In Nederland is een contract met een club werk van een lange adem: een sponsorcommissie die er over moet beslissen, je hebt ook clubs met 200 leden die een tender gaan uitschrijven bij vier sportkledingfabrikanten. Prima, het vraagt gewoon wat meer geduld dan bijvoorbeeld in België. Daar krijg je een contract voor zoveel tijd en daarna zien we weer verder.’’

,,Je moet je er altijd bewust van zijn dat je met een team bezig bent. Met een vereniging. En niet met wat je zelf leuk of mooi vindt’’, zegt Commers. ,,Het is eigenlijk altijd zo dat zeventig procent iets prima vindt, vijftien procent vindt het fantastisch en vijftien procent vindt het helemaal niets. Daar heb je mee te maken.’’

De kleding wordt voor het grootste deel gemaakt in China. In fabrieken waar ze zelf hebben gezien dat de arbeidsomstandigheden goed zijn. ,,Je wilt toch maatschappelijk verantwoord ondernemen’’, zegt Van Leeuwen. Alleen de sokken kwamen tot voor kort uit Italië. ,,Die laten we nu maken in Wateringen. Hier om de hoek, zeg maar. Eigenlijk willen we wel meer met lokale ondernemers gaan doen. Dat is een kwestie van gunnen, ja. Maar ook omdat je sneller kan schakelen als je dicht bij elkaar zit. Dat flexibel kunnen reageren, is ook onze grote kracht voor clubs met Beltona. Omdat we de kleding in eigen beheer laten maken, kunnen we op verzoek van verenigingen direct ingrijpen en de productie van de shirtjes, broekjes en andere kleding veranderen, ook bij kleine aantallen.’’