Verplichte doorverwijzing van bank naar complementaire financier – waar wachten we op?

Nederlandse mkb’ers stappen nog steeds als eerst naar de bank voor een aanvraag: maar liefst 70%. Terwijl dat lang niet altijd oplossingen biedt. De complementaire financieringsmarkt biedt veel opties die veelal nog niet door het mkb worden gezien of benut. In Groot-Brittannië is onlangs het doorverwijzen van banken naar complementaire financiers verplicht gesteld, zodat ondernemers veel makkelijker bij complementaire financiers terecht komen. Tijd om onze overburen te volgen!

De maatschappelijke rol van de bank
Het mkb is de motor van de Nederlandse economie. Dit klinkt misschien als een veelvuldig gebruikte verkiezingsleus, maar het is wel waar. Van het verstrekken van werkgelegenheid tot het bedenken en uitvoeren van innovatieve oplossingen; het mkb speelt een onmiskenbare rol in de welvaart van ons land, nu en in de toekomst. Om het mkb te laten draaien én floreren is er financiering nodig. Financiering die in Nederland grotendeels afkomstig is van de bank. De bank heeft daardoor een fundamentele, maatschappelijke rol. En zo vernieuwend ondernemers kunnen zijn in hun product, met betrekking tot financiering zijn het doorgaans gewoontedieren: heb je als ondernemer financiering nodig, dan wandel je naar de bank. Een hardnekkig discours dat duidelijk terug is te zien in de cijfers. Uit de meest recente Financieringsmonitor van Panteia blijk dat 70% van de ondernemers als eerst naar de huisbank stapt voor een aanvraag.

Motor op ouderwetse diesel
De weg naar de bank is echter voor veel ondernemers een weg die niet leidt tot realisatie van hun plannen. Het is oud nieuws dat mede door de crisis en de daarop volgende aanscherping van regelgeving, banken minder kunnen financieren. Dit blijkt ook uit een onderzoek van de Kamer van Koophandel. Na het inwinnen van informatie bij de bank, maar nog voor het indienen van de eigenlijke aanvraag, wordt al 26% van de ondernemers afgewezen. Van de daadwerkelijke aanvragen bij de bank door het mkb wordt 52% afgewezen. Zo’n afwijzing heeft voor de ondernemers vaak negatieve gevolgen, zoals rem op de groei of zelf het beëindigen van de onderneming.

Complementaire financiering
Tegenwoordig zijn er natuurlijk veel andere opties voor ondernemers om hun plannen te financieren. Denk hierbij aan business angels, Qredits, leasing of crowdfunding. De afgelopen jaren heeft complementaire financiering wereldwijd, maar ook in Nederland, een enorme opmars gemaakt en zijn de markten aan het professionaliseren en consolideren. In 2010 werd er met crowdfunding nog amper 500 duizend euro opgehaald, in 2016 was dit al 170 miljoen euro, blijkt uit cijfers van Douw&Koren. In 2016 werden er ruim 1700 ondernemingen met crowdfunding gefinancierd. En de impact van crowdfunding, nu en in de toekomst, beperkt zich niet tot financiering alleen. Crowdfunding mobiliseert burgers om te participeren in het mkb, en slaat daarmee een volstrekt unieke en zinvolle brug tussen burgers en ondernemerschap.

Toch zoekt nog maar een klein deel van het mkb haar heil bij complementaire financiering, blijkt ook uit onderzoek van de KVK. Vier van de vijf mkb zijn bekend met complementaire financiering, maar slechts 1 tot 3 procent maakt er gebruikt van. Woordvoerder van MKB-Nederland merkt in een interview met Het Financieele Dagblad op: “Er zijn gelukkig wel steeds meer complementaire aanbieders, maar we merken dat veel ondernemers het lastig vinden om door de bomen het bos te zien.” De opkomst van complementaire financiering heeft het hardnekkige discours waarin de bank voor ondernemers de hoofdrolspeler is, niet veranderd. Ondernemers schieten steeds in hun vertrouwde modus en kloppen toch weer aan bij de bank.

If we cannot beat the system – we must use it
Wat als ondernemers via de bank hun weg naar complementaire financiering beter zouden kunnen vinden? Hoe zou het zijn als banken hun maatschappelijk rol innemen door actiever aanvragen die niet bij hen passen, of die ze slechts gedeeltelijk kunnen honoreren, effectief door zouden verwijzen? Uit onderzoek van de KvK blijkt dat momenteel slechts 13% van alle afgewezen ondernemers daarna aan de slag gaat met complementaire financiering. Bijna net zoveel als het aantal ondernemers dat na een afwijzing geld vraagt van zijn of haar familie (12%). Hier ligt een enorme onbenutte kans om ondernemers verder te helpen. Banken zouden vanuit hun maatschappelijke rol hierin een belangrijke rol kunnen en moeten vervullen door ondernemers effectief door te verwijzen.

Nu denk je misschien: dat gebeurt toch al? Dat klopt. Soms verwijzen banken door naar complementaire financiers. Er zijn zelfs banken die samenwerkingsovereenkomst zijn aangegaan met complementaire financiers. Zo heeft ING een samenwerking met Seedrs en Rabobank met crowdfunding platforms Oneplanetcrowd, ZIB Crowdfunding, Kapitaal Op Maat en Collin Crowdfund. Maar het op serieuze schaal doorverwijzen heeft hiermee in de praktijk nog geen vorm gekregen: want wat is de incentive voor de (lokale) accountmanager bij de bank om actief door te verwijzen naar een complementaire financier? De targets voor bankmedewerkers zijn immers geënt op de oude verdienmodellen van de bank: effectieve doorverwijzing wordt zo niet gestimuleerd.

Verplichte doorverwijzing
In Groot-Brittannië speelde hetzelfde probleem. Uit onderzoek blijkt dat 26% van de 324.000 Britse mkb’ers die in 2015 bij een Britse bank aanklopten, werd afgewezen. Slechts 3% werd doorverwezen naar andere financieringsbronnen. En dat terwijl de complementaire financieringsmarkt in Groot-Brittannië nog meer booming is dan hier. Om te voorkomen dat ondernemers het overzicht kwijtraken en om de doorstroom naar de complementaire financiering te bevorderen heeft de Britse overheid doorverwijzing naar complementaire financiers door banken verplicht gesteld. ‘Een afwijzing door een grote bank zou niet het einde van het verhaal moeten zijn voor een kleine onderneming’, zegt de Britse minister van financiën Philip Hammond in een toelichting. Britse banken zullen daarmee de rol vervullen van ‘matchmaker’, een extra schakel tussen grote banken en de zee aan mogelijkheden binnen de complementaire financieringsmarkt. De doorverwijzingsplicht geldt voor negen Britse banken, waaronder de vijf grootste: RBS, Lloyds, HSBC, Barclays en Santander UK. Ze zijn verplicht de gegevens van de klant door te spelen naar daarvoor geselecteerde platforms.

Nederland, waar wachten we op?
In Nederland, een economie die nog veel meer afhankelijk is van het bankwezen dan Groot-Brittannië, kunnen we veel van onze overburen leren. Ook in Groot-Brittannië werkte het niet om de banken in de mogelijkheid tot doorverwijzing vrij te laten. Daar is een extra incentive voor nodig. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) laat daarentegen in het FD weten geen voorstander te zijn van het plan. ‘Als een financieringsaanvraag is afgewezen, doen ondernemers er verstandig aan om eerst terug te gaan naar de tekentafel om te voorkomen dat ze van het kastje naar de muur worden gestuurd’, zegt een woordvoerder. Dit schetst het idee dat alle afgewezen ondernemingsplannen niet sterk genoeg zijn, maar vaak zijn er ook veel andere redenen in het spel. Bovendien kan de verplichte doorverwijzing juist het kastje naar de muur voorkomen. Het laten verdwalen van ondernemers in de mogelijkheden, zoals nu het geval is, dat is pas kastje naar de muur. Kortom, deze stap is cruciaal om een stevige brug te slaan tussen banken en complementaire financiering.

Een stap die belangrijk is om de motor van onze economie te versterken. Uiteindelijk zal verplichte doorverwijzing ervoor zorgen dat complementaire financiering meer common sense wordt. Door een verplichte doorverwijzing zal ook de kennis van en de ervaring met complementaire financiering toenemen. En juist met het groeiende aantal innovatieve concepten, die niet passen in het bancaire systeem, is dit belangrijk. Meer vrijheid, onafhankelijkheid en mogelijkheden op het gebied van bedrijfsfinanciering zijn nodig om meer ondernemersplannen te realiseren en het mkb te laten floreren.